Friday, March 06, 2009

buitensport!



Dag allemaal,

Hier een update vanuit Kiwiland. De eerste 3 weken hier zijn al weer voorbij; het gaat snel. Nog een keer zo'n periode plus een beetje en dan komt Heleen al weer deze kant op en dan is het reisgedeelte aan de beurt. Het collegejaar is hier nu echt begonnen. Vorige week waren er allerlei festiviteiten op de campus om het jaar te openen, met bandjes, standjes van de verschillende sportclubs, verlotingen van fietsen en auto's en toen ben ik meteen maar lid geworden van de alpine club en de surf club. Afgelopen maandag werd er verteld wat de alpine club allemaal deed en dat was meer dan genoeg om mij enthousiast te maken. Maar ja, de 2 maanden dat ik hier zit zijn natuurlijk zo voorbij..

Genoeg reden om in de weekenden wel actief te zijn. Het probleem is alleen in Nieuw Zeeland dat je zonder auto eigenlijk niets kan. Daar ben ik het eerste weekend wel achter gekomen. Zelfs naar de dorpjes vlak rondom Palmerston North (hier: Palmy) is er vrijwel geen openbaar vervoer. Als je geluk hebt 1 keer per dag. Dan moet liften wel gemakkelijk gaan, dacht ik. Alleen na een uur wachten had ik nog steeds geen auto, sterker nog, de mensen keken niet eens naar me. Toen heb ik het opgegeven, en heb ik de directe omgeving van Palmy verkend.

Vorig weekend zijn we met een grote groep Europeanen naar het Kaweka Forest Park gereden. Het was zaterdag abominabel weer en daarom hadden we niet zomaar een wandeling in dit park uitgekozen, maar een waarvan het doel een hotspring was, zodat we weer lekker warm konden worden in de hotspring. De rit naar het park toe was al een hele belevenis omdat het laatste deel over een gravel road was, en we zelfs door een rivier moesten rijden. De hotspring was heerlijk. Absoluut een heel speciaal gevoel om in het pikdonker met een biertje en een fles wijn in zo'n bad te zitten, met overal oplichtende glimwormen om je heen. Alleen de hut vinden in het pikdonker bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn.
Dit weekend staat surfen op het programma. Ik ben benieuwd!







Groeten allemaal!








Monday, February 16, 2009

Kia ora!

Kia ora!

Dit is geen auto noch een tropische plantenziekte, maar een vriendelijke Moari-groet t.w. “Hallo!”. Niet dat ik al een echte Maori gezien heb hier in Nieuw-Zeeland, maar wel veel Polynesisch uitziende mensen. Ze lopen alleen niet in strorokjes maar gewoon op Nikes en in spijkerbroeken. De oorspronkelijke inwoners (de Maori dus) schijnen inderdaad rond 1000 AD vanaf de Pacifische kant van NZ, helemaal vanuit Tahiti zelfs (wat toen Hawaiki heette, niet te verwarren met Hawaii), vandaan zijn gekomen, en hebben zich toen hier gevestigd. Een beetje koud was het hier wel, maar er was veel eten. Geen enkel landzoogdier maar wel een grote diversiteit aan vogels, waarvan de helft trouwens helemaal niet kon vliegen. De Moa-vogel hadden ze het eerst op. Deze tamme loopvogels van tot 3 m hoog heeft het na de komst van de Maori slechts een paar eeuwen uitgehouden en toen was de laatste daarvan opgegeten.

Maar goed, Europees uitziende mensen zijn er in NZ ook veel, meest Brits uitziende mensen. Hoewel de heer Tasman in 1642 NZ heeft ontdekt en dacht dat daar de grote landmassa lag die ervoor zorgde dat de aarde “in evenwicht” bleef (in die tijd waren te wetenschappers ervan overtuigd dat er op het zuidelijke halfrond evenveel land moest zijn als op het noordelijke), had hij nadat er 3 matrozen van zijn schip vermoord werden door Maori geen interesse voor NZ meer. Wel noemde hij zijn ontdekking Nieuw Zeeland, naar onze mooie provincie natuurlijk. Pas een kleine 100 jaar later zette Cook voet aan wal, en vandaar de Britten hier.
Genoeg geschiedenis..

Mijn reis naar NZ was lang maar is goed verlopen. De eerste nacht in het vliegtuig weinig geslapen. In Tokyo had ik 8 uur te besteden, dus i.p.v. direct naar de transit-balie te gaan ben ik van het vliegveld af gegaan en heb de trein naar het dorpje Narita genomen. Supercool om weer in Japan rond te lopen. Het bleek een mooi en toeristisch dorpje te zijn met een tempel vooraf gegaan door een straat vol restaurantjes en souvenirs-shops, waarvan de meeste (zoals meestal in Japan) eetbaar. En natuurlijk kon je die ook proeven! Daarvan heb ik dus dankbaar gebruik gemaakt. Bovendien wat het al heel lekker weer in Japan, met reeds (let wel: begin februari!) bloesem aan enkele bomen.

Om half 7 ging mijn vliegtuig naar Auckland, en de volgende dag was ik daar, vanwaar ik nog een vliegtuig verder had naar Wellington en vandaar een bus naar Palmerston North. Omdat ze behoorlijk streng zijn met inheemse microbiële gevaren moesten mijn kampeermateriaal en schoenen op een biosecurity-lab bij de douane onderzocht worden. Ook mijn kaas en stroopwafels die ik heel lief van Heleen had meegekregen, kreeg ik maar tenauwernood mee. Uiteindelijk kwam ik 2 dagen na mijn vertrek in Palmerston aan, weliswaar op de verkeerde plaats omdat de buschauffeur ook niet precies wist waar het was, maar een lift van een AIO uit Singapore bracht mij naar mijn studio. Ruim ding trouwens.

De volgende dag werd ik om kwart voor 8 wakker dus ik lijk meteen al in het NZs ritme te zitten. Wat nou jetlag.. Dagje Palmerston North bekeken (voor de stad hoef je er niet heen) en boodschappen gedaan. Tot mijn verbazing kwamen de kiwi’s (de vruchten) daar uit…Italië! Boodschappenkarretje zijn hier ook 2x zo groot als in NL en mandjes hebben ze niet. Verder nog lekker verbrand in de zon.

Gisteren mijn eerste dag op werk. Het was vooral een administratief dagje: hier formulieren invullen, daar kaart halen, weer op een andere plaats een internetverbinding proberen te krijgen, etc. Verder ook met wat mensen die onderzoeksplannen doorgepraat, en het ziet er interessant uit, vanuit de microbiologie en het ketenmodelleren een uitstapje naar moleculaire epidemiologie en evt. moleculaire genetica. Door Petra, de dame die voor mij aan een Campylobacter-bronattributiemodel gewerkt heeft en van wie ik e.e.a. over ga nemen om een model op te stellen voor de Nederlandse Campylobacter situatie, was ik al in NL uitgenodigd om mee te gaan bier drinken en eten in Palmerston. ’s Avonds bleek ik met 5 forse dames van middelbare leeftijd aan tafel te zitten, waarbij de gesprekken vooral gingen over kinderen, calorieën (voor de meeste NZ-ers zouden een beetje minder geen slecht idee zijn incl voor mijn tafeldames), en TV-series (ik ben weer helemaal op de hoogte van Desperate Housewives en Gray’s Anatomy). Verder kreeg ik bijna geen biertje omdat ze dachten dat ik niet oud genoeg was (pff het verschil tussen 18 en 29 lijkt me wel te zien). Iets waar mijn tafeldames trouwens jaloers op waren.

Verder kwam ik er vanochtend achter dat mijn fotocamera foetsie is, waarschijnlijk ergens tijdens de reis weggeraakt. Dus heb ik vandaag meteen een nieuwe besteld.. Maar helaas voor dit eerste verhaaltje, geen foto’s..

Thursday, August 16, 2007


Hier een sfeerimpressie van zomer 2007: in foto's en niet in woorden aangezien ik daar weinig tijd voor heb.

Wel kan ik zeggen dat er de afgelopen 4 weken veel toppen beklommen zijn, te weten, onder meer: Bishorn, Besso, Zinalrothorn, Mammouth, Mt Durand, Dent Blanche, Dent de Tsalion, Aiguille de la Tsa, Aiguilles Rouges d'Arolla, Pic Orientale du Soreiller, Tete de la Maye en Les Bans. Veel gedaan dus..
Geniet van de foto's!
















Friday, March 02, 2007

From St. Crépin via Vienna to Copenhagen, and back to Utrecht



Dear all,

Time for an update. Which I am writing in a hotel room in Copenhagen, not a bad sign at all. I have been working for almost a month now at the RIVM, and so far I like it. To be honest, the time that I spent in the office in Bilthoven was only one and a halve week. After having started on Februari 1st, I took off for a skiing holiday in France one week later. After I came back then, 8 hours later, I left for Vienna for the kick-off meeting of the project on which I will be working, and so now, I’m in Copenhagen for a three day’s course. The return from Asia is what I considered as the end of traveling for some time, it revealed not to be the case.

Let’s start where chronology starts: at the beginning. This first week at the RIVM they made me read a lot of things about bacteria, not the kind of thing I happened to know a lot about. I should though, since the problem I’ll be focusing on is Salmonella in pig meat (pork). So then microbiology is something important. Of course I’m a mathematician, so it’s not only little animals that I will be working with. I aim to make a model of these bacteria in the whole chain from live pigs on a farm to a piece of meat on a consumer’s plate, and modeling is something that I’m supposed to be good at. Which is why they hired me.

After having worked on this for one week, it was time for a holiday again. Of course, this was planned already, otherwise it would have been hard to sell this to the RIVM. And actually it was not a holiday, it was a course, about avalanches. It was in the Ecrins, in the French Alps. The week started off with a lot of rain and snow, which caused to avalanche danger to rise from level 3 to 4 on the scale of 5. Very instructive for us. We saw a lot of dangerous places (where avalanches could possibly be triggered), and our guide did trigger an avalanche. But he could escape, and he said he even did this on purpose, to show us an avalanche. The fresh snowfall also brought a lot of powder snow, which was great fun, skiing in snow reaching to your knees. The week ended in spring-like circumstances, after skiing we could sit on the terrace in shorts and no t-shirt, sipping on a beer, watching the beautiful Ecrins.

Saturday was the last day of skiing, after this we went straight home, and we arrived in Utrecht at about 3AM. Then I had a short night, because at 10AM I had to be at Schiphol airport, to fly to Vienna. The kick-off meeting was good. A lot of good food and wine, a very luxury hotel, in nice surroundings, nearby Vienna. The project I’ll be working on, is an EU project with 46 partner institutions, which makes it big, maybe difficult, but interesting. The meeting was to get the tasks somewhat more clear, which we managed to do (taking into account the previous “somewhat”). Still, it’s difficult to get all the 46 heads point into one direction. But it was a good beginning of the project at least.

So and now, after having worked in Bilthoven again for 3 days, I’m in Copenhagen. Doing a course on Bayesian inference networks, an interesting mathematical theory that links causes to results in sometimes quite complicated networks. Copenhagen seems like a nice city, not too big, many classic buildings, statues (Little Mermaid), etc. It has even snowed last night, which enhanced the Scandinavian feeling.

I’ll finish with some data, because some things changed. Last weekend, in between Vienna and Copenhagen, I also moved. This will be my new address:

Kanaalweg 92, room 151
3533 HH Utrecht
Netherlands

Moreover, I got a new mobile number. This is:
+31 (0)6 17378729
The other one can be deleted.

Cheers! Joost

Tuesday, January 30, 2007

End of Holidays..

However the Asiatic adventure is over for the moment, life is not over. The weblog was a perfect medium to report all of these adventures, but it´s not in the nature of a weblog to stop after the end of the trip. A weblog should be a continuous update of life, or of interesting facts, as you like. Of course, having come back in the low country of the Netherlands, life doesn´t stop or even stop being interesting. So that´s why I´m writing again. And this time in English as you might notice. Because I think a weblog is especially interesting for those who are at a distance, e.g. my friends in Japan. English would certainly be more convenient for them to read..

End of December I got my Master's Degree Certificate in Engineering Mathematics, which meant that from then I could really go searching for a job. And 2 weeks ago I´ve found myself a job! So, after having been fed by the dutch welfare society for 26 years, I can finally do something back. And even for the very instution that provided me with the money and opportunities: the dutch government. I will be a civil servant! From beginning of February I will start a the RIVM, the dutch National Institute of Public Health and Environment. Research on bacteria in food chains (and especially the mathematical modeling of it), which is part of a EU project that just recently started. Sounds interesting to me, although at this moment a don’t know a great deal about bacteria. Taking biological classes at Wageningen University, combined with the first trips abroad already been planned (kick-off meeting in Vienna mid-February, congress in Verona in May), it makes it all the more interesting. I’m looking forward to start!

Applying for a job was not so difficult. In fact, the first letter I wrote was to RIVM, which means that it took me only one interview to get a job. Which means that I had some time left to do nice things. I visited friends in Groningen, I read a lot of books, and I went skiing twice. The first time skiing this year was with Christmas, with my family. Reason to go was the 30th marriage day anniversary of my parents, objective was to have fun in the snow. There was not a great deal of snow, but enough to have fun. Moreover, the abundance of sunshine made the lack of snow more than good. (The fun only took my brother Erik a broken leg, which was a pity..)

The second time was 2 weeks ago, when Sarah, a friend of mine, suddenly thought of booking a last-minute trip; she asked me to come too. In fact it was so last-minute that she shouldn’t have called me 5 minutes later, else I wouldn’t have been able to fetch my ski gear (it was a matter of calling taxis, and letting them wait in front of the house when I was grabbing my ski clothes together). This time the lack of snow was more severe, even as the abundance of sunshine. It was like skiing in late May, with wet snow, green slopes, and a lot of stones (El Nino what have you done to the bottom of my skis??)..

Now it’s Tuesday, this Thursday I’ll start working. This means the end of a very nice holiday period of 7 months.. Wish me good luck!

Wednesday, December 13, 2006

Thuis

Beste allemaal!

Alhoewel mijn lichaam er nog even aan moet wennen (gisteren 14 uur aan 1 stuk geslapen, vannacht was ik om 3 uur al klaarwakker..), weet mijn verstand het al wel: ik ben weer thuis (hiernaast op de foto is niet thuis trouwens, maar bij mijn opa en oma)! Terug in koud, regenachtig Nederland, waar het om 9 uur pas licht wordt, en om 4 uur al weer donker. Waar de trein zo'n 10 euro per uur kost i.p.v. 1.Maar ook: terug in het land waar kaas op lekkere donkerbruine boterhammen gegeten wordt, en vla, en muesli, en het bed lekker zacht is. Het zijn niet mijn woorden, maar elk nadeel heb zijn voordeel.

Om mijn reisbeschrijving compleet te maken moeten we even teruggaan naar 30 november, toen ik de familie Murai in Niigata verliet. Mijn liften naar hen toe is wel het verhaal van de week geweest, echter een heel goed idee hebben ze het nooit gevonden, bleek wel uit hun afscheidskadootje aan mij: een ticket voor de nachtbus naar Tokyo. Niigata-Tokyo is echter niet heel ver weg, waardoor ik midden in de nacht al in hartje Tokyo was. Een ideaal tijdstip om de beroemde vismarkt van Tsukiji te bezoeken. Deze is namelijk op zijn hoogtepunt tussen 5 en 7 's ochtends; dit is het moment waarop eigenaren van restaurants in Tokyo de vis uitzoeken voor hun sushi of sashimi. En aangezien er heel wat van dat soort restaurants zijn in Tokyo, is die vismarkt megagroot. Evenals sommige vissen daar trouwens. Ik heb me nooit gerealiseerd dat tonijnen zulke grote jongens zijn.
Verder heb ik in Tokyo nog de haven bezocht, waar het Vrijheidsbeeld is nagebouwd. Zie mijn foto van de skyline van Tokyo, waarop copieen van 2 werken van de heer Eiffel te zen zijn: de Eiffeltoren en het Vrijheidsbeeld.

2 December ging mijn vliegtuig, die ik op een haartje na net niet gemist heb. In dat vliegtuig zat ik naast 2 Japanners, waarvan het afscheid van 1 van hen vrij bizar was. Aangekomen in Bangkok barstte hij plotseling in huilen uit dat het zo gezellig was geweest in het vliegtuig. Tja, hoe ga je daar als nuchtere Drenth mee om?

Zo snel mogelijk ben ik vanuit Bangkok weer vertrokken, wederom naar Koh Chang. Daar had ik namelijk een vierdaagse duikcursus geboekt. Alhoewel de cursus qua cursus weinig voorstelde (halve dag theorie, en 1 duik waar we in een groot tempo achter elkaar wat oefeningen onder water moesten doen, en voor de rest gewoon visjes kijken), was het wel geweldig mooi om te zweven over koraalriffen en openklappende schelpen, je plotseling in een school vissen te bevinden, en roggen te zien "fladderen" door het water.

Verder heb ik nog een dag door de jungle gelopen, waar we net als Tarzan ons aan lianen slingerend over rivieren moesten heenwerpen (wat niet iedereen lukte, aangezien de liaan op een gegeven moment "knap" zei). Ook heb ik met wat ter plaatse geadopteerde vrienden mijn verjaardag nog gevierd, en die van de Sint, tja, die heb ik helemaal vergeten.. En met Koh Chang zat mijn reis er (afgezien van de terugreis) op. Afgelopen maandagochtend ben ik in Nederland teruggekomen.

Wat zijn nu de plannen? Welnu, eerst ga ik aanstaande maandag mijn bul in ontvangst nemen. Wie hierbij wil zijn: 18 december, 16.45 uur, Senaatskamer Academiegebouw. En dan moet die baan er maar eens komen. Joost ganbatte!

Dank jullie voor het volgen van de blog, en voor de reacties erop. Tot ziens!

Tuesday, November 28, 2006

Tadaima






Toen ik 9 jaar geleden uitwisselingsstudent was in Japan, stond ik elke dag om 6.45 uur op, deed dan mijn zwarte schooluniform aan met gouden knopen, ontbeet (dikke hompen toast met kaas, die ze speciaal voor mij gekocht hadden), en vertok dan om half 8 richting de trein om naar school te gaan. Als ik de deur dan uitging, zei ik 'itte-kimasu', wat betekent 'ik ga en kom terug', waarop mijn gastmoeder (okasan) dan antwoordde 'itte-rashai', wat zoiets betekent als 'tot dan'. Als ik aan het einde van de dag dan van school thuis kwam, dan riep ik door de deur 'tadaima', wat 'ik ben er weer' betekent. Mijn okasan riep dan 'okaeri'. Dit betekent 'wees weer welkom'.

Weer terug zijn bij mijn gastfamilie was een echt 'tadaima'-gevoel. De laatste keer dat ik in Japan was, is nu 7 jaar geleden, maar het leek als gisteren, toen mijn gastvader (otosan) me na de fietsvakantie van de trein haalde. Hij en okasan waren amper verandert. Het was die avond al laat, maar heerlijk eten stond klaar. En daarna natuurlijk de o-furo, het dagelijkse bad wat Japanners naar goed gebruik elke avond nemen. Al had ik de volgorde van die twee misschien beter andersom kunnen doen, na een paar dagen fietsen ga je snel stinken..

Ik ben 9 dagen bij mijn gastouders gebleven, en het was heerlijk weer op te gaan in het Japanse ritme, mijn Japans weer wat te kunnen bijspijkeren en vetgemest te worden door okasan met Japanse lekkernijen. Alhoewel beide gastouders wel bijna elek dag moesten werken heb ik me uitstekend vermaakt gewoon door wat rond te crossen op een Japans minifietsje door de omgeving. Bovendien waren Georg en Annett later die week ook weer in de buurt. Vorige week woensdag heb ik echter weer afscheid van mijn gastfamilie genomen en ben naar andere vrienden gaan liften in Niigata. Deze vrienden is trouwens het gastgezin van Ruud, de familie Murai.

Het liften had echter vantevoren nogal wat voeten in aarde. Liften behoort niet echt tot de Japanse cultuur. Ik heb ook nog nooit een andere lifter gezien in Japan. Zowel mijn gastgezin als de familie Murai vonden het dan ook niet een schitterend idee: Japanners nemen je niet mee, het is gevaarlijk, te koud voor liften en bovendien zijn er in de herfst veel beren. Ofwel: beren op de weg. Het leek me zelf wel een uitdaging. En het is uitstekend gegaan.

In het begin leek dat er echter niet zo op. Ik was eerst naar een toplpoort voor de snelweg gelopen, maar daar werd ik heel beleefd steeds naar een hoger gerankte snelweg-official doorgestuurd waarna de hoogstegrankte me vertelde dat liften op de snelweg niet was toegestaan en ik maar over B-weggetjes de 600 km naar Niigata moest liften. Hij heeft wel heel vriendelijk een plattegrond geschetst hoe ik bij het dichtstbijzijnde B-weggetje kon komen. Dit leek me echter niet de meest optimale oplossing dus ben ik terggelopen en een eind voor de tolpoorten gaan liften. Maar na 2 uur wachten was er nog geen auto gestopt. Alleen een lokale fan die me een broodje hamburger kwam brengen (wat me wel weer moed gaf). Toen ik op het punt stond het op te geven en toch maar de trein te nemen, stopte dan toch een tot de nok toe vol geladen busje met een jongen en een meisje erin. Beide hadden ze vakantie, verder geen plan, en wilden ze me wel een heel eind op weg helpen. Het meisje heeft zich dus opgevouwen tussen de troep achterin het busje, en ze zijn een uur voor mij speciaal naar een beter liftplaats gaan rijden. En het liften ging hoe verder ik kwam hoe beter. Natuurlijk kwam dat ook deels doordat ik een buitenlander in Japan was, dus interessant (na het liften wilden ze vaak op de foto met me), maar daar had ik ook op gegokt. Veder kreeg ik blikjes drinken, een complete avondmaaltijd en een hele lange laatste lift tot de deur van de familie Murai. Waardoor ik diezelfde dag nog in Niigata kwam, waar ik die ochtend zeker niet op had durven hopen.

De afgelopen week bij de familie Murai was deel twee van het 'tadaima'-gevoel, en heel gezellig. Een aantal maal zijn we ook nog naar een Japanse pub gegaan, waar we onder her genot van Japanse hapjes en sake gekaraoked hebben. Veder wat heuvels in de buurt opgelopen en langs de zeekust gefietst. Er is in Niigata ook niet veel meer te doen (dit is de provincie Groningen van Japan, met uitgestrekte rijstvelden), maar het was goed om ook hier weer langs te gaan. Twee december is Japan ook weer afgelopen, dan rest me in Azie nog een week Thailand. En dan: 'home, sweet home'.