Monday, September 25, 2006

4014 meter boven NAP


4014 meter boven NAP. Zo hoog zitten we nu. De stad waar we nu zitten heet Litang, en hoewel deze stad nog net buiten de Tibetan Autonomic Region ligt, is vrijwel iedereen hier in de stad al Tibetaans. De stad staat vol met winkels waar Tibetaanse zooi verkocht wordt; yak-huiden, gebedsvlaggen, monnikspijen en tibetaanse broden. Wat betreft de mensen is het straatbeeld bizar: mensen met lange haren, grote zonnebrillen, cowbowhoeden, eronder rode monniksjurken en sportschoenen. De mensen zijn een beetje een kruising tussen Indianen, cowboys, monniken en Chinezen. Bijna allemaal hebben ze verweerde gezichten vanwege de continue hoogtezon hier. Er wordt vrolijk op los gedraaid met de gebedsmolens in de hand. Het landschap rondom de stad is heel mooi, groene heuvels vol zwerfkeien, met overal zwarte stippen, welke grazende kuddes yaks zijn. We zijn ier nu net aangekomen vanuit Dao Cheng, een stadje op 3 uur rijden hiervandaan. De rit hier naar toe was geweldig, over een grote hoogvlakte op 4600 meter. Her en der waren nomadententen te zien. Morgen gaan we waarschijnlijk wat rondlopen in de bergen rond Litang. Ik heb er veel zin in, het ziet er geweldig mooi uit hier. Qua hoogte zal het alleen wel even wennen zijn, zelfs bij het stilzitten achter de computer voel ik mijn hart harder slaan dan normaal.

Ik zal nu even een update geven over hetgeen we hiervoor gedaan hebben. Ik was toen gebleven bij Lijiang, waar we een 2-daagse trekking door de Tiger Leaping Gorge gedaan hebben. Deze "gorge" is een fantastisch mooie kloof waar de Jangtze rivier zich een weg baant langs 2 bergen van 5500 meter. De Jangtze is op dat punt al zeker geen kleine rivier meer, dus het is vrij spectaculair om dit natuurgeweld te zien. De trekking loopt vooral op een grote hoogte boven de rivier, maar het is ook mogelijk om af te dalen naar de rivier, naar het punt waar de Tiger een grote Sprong (Leap) zou kunnen nemen naar de overkant. Naar mijn idee moet een tijger wel tamelijk gek zijn om dit ook inderdaad te doen; het was op dat punt wel de heftigste rivier die ik ooit heb gezien. Heel indrukwekkend. Het was in de Leaping Gorge alleen jammer dat het vrijwel continu regende; we hebben een blik opgevangen van de besneewde toppen van de berg waar we langs liepen, maar daar bleef het bij. Verder was de berg in nevelen gehuld (wat het verder wel mysterieuzer maakte, maar we werden er alleen wel nat van).. Vanuit Lijiang zijn we toen doorgegaan naar Lugu Wu, een kristalhelder meer waar ik tijdens mijn vorige update al het een en ander over heb verteld. Lugu Wu was mooi, maar het was ook een gok. We wilden namelijk vanuit Lugu Wu door trekken naar waar we nu zitten, en het was verre van zeker of dat zou lukken. In de Lonely Planet was deze weg namelijk niet beschreven als doorgaande weg, en ook op de kaart leek het niet eenvoudig; er was wel een weg, maar die was heel klein ingetekend. Zou er vervoer zijn?

We hebben veel geinformeerd, en alles leek er op te duiden dat de weg waarover we zouden gaan te slecht, klein en afgelegen was. Er was geen vervoer. We zouden evt. wel een jeep kunnen huren, maar dat was veel te duur. Maar zoals altijd, net op het moment dat we het wilden opgeven kwam er hulp uit onverwachte hoek: in het meest afgelegen dorpje waar we toevallig langskwamen nadat we bij een hot springs geweest waren, ontmoetten we een perfect Chinees sprekend meisje die toevallig hetzelfde als wij van plan was. Alleen dan lopend, door de bergen. En ze had al contacten gelegd met een lokale gids (wat voor haar natuurlijk veel gemakkelijker was omdat ze de taal sprak). We hebben dus contact gehouden en zijn precies een week geleden vertrokken vanuit Lugu Wu. Het zou een trekking worden van 4 dagen, precies evenveel als we nodig zouden hebben om dat stuk (via een forse omweg dus) af te leggen met bussen. Het bleek echter behoorlijk doorlopen om het stuk daadwerkelijk in 4 dagen te doen. We hebben gelopen met 2 Chinezen, 2 chineze gidsen, 4 nederlanders (Annieka, Linda, Mark en ik), en 4 paarden die het grootste deel van de bagage droegen. Een fantastische ervaring omdat we nu echt in afgelegen terrein kwamen. De eerste nacht hebben we in een rokerige hut op een alm geslapen van 2 herders die waarschijnlijk de avond van hun leven hadden, ze bleven maar aan je beenhaar voelen en rijstwijn aanbieden, de tweede nacht in een huis in een tibetaans dorp, en de derde nacht buiten, onder de sterrenhemel. Ook de maaltijden waren een belevenis, alhoewel mijn tochtgenoten de maaltijden waarschijnlijk anders zouden omschrijven: paprijst, vlees waar eerst de maden uitgespoeld moesten worden met kokend water, en de steeds terugkomende potatoes and tomatoes. Een twee kippen die we onderweg ter plekke geslacht hebben. Hetgeen beschreven zorgde er wel voor dat vooral de dames niet genoeg voedsel tot zich namen en daardoor geklopt werden door een hongerklop. Dit in combinatie met de lange dagafstanden en de nachtelijke kou zorgde voor wel wat ontberingen. We waren blij dat we vier dagen geleden in Dong Yi aankwamen, een stad nog steeds heel ver van de bewoonde wereld, maar er waren wel koekjes, coca cola en een guesthouse. En een bus eens in de twee dagen naar meer bewoonde (en totaal nieuwe Tibetaanse) wereld. Wel moesten we een dag wachten op die bus, maar we hebben ons vermaakt zoals de locals zich daar hun hele leven vermaken: rondhangen op straat, steentjes naar de overkant van de rivier gooien, en eten. Heerlijk.

Vanuit Dong Yi zijn we eergisteren door mooi bergebied doorgereden naar Dao Cheng. Daar hebben we een dag een fiets gehuurd. Het was als op Schiermonnikoog: fietsen met een huurfiets over zandpaadjes, door helmgrasterrein, en over heuveltjes. Het enige verschil waren de hoge bergen in de verte, en de vele stupa's en Tibetaanse nederzettingen waar we langs kwamen. Heel mooi.

En dan sinds vanmiddag op wat waarschijnlijk de hoogste overnachtingsplek zal zijn van de reis. Hierna gaan we weer richting lager terrein, richting het oosten.
Zai djen en tot de volgende keer!

3 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Mooi verhaal Joost. Zo te lezen zijn vnl jullie de toeristische atractie en niet andersom. Nou ja, maak er gebruik van zou ik zeggen, kan je heel wat coca cola en koekjes opleveren. Veel plezier nog en als je mannetjes met geweren tegenkomt, mag je wrs niet verder, dus dan kun je beter terugkeren via de zandpaden. Groeten Folkert

7:28 AM  
Anonymous Anonymous said...

Hee Joost, man oh man, ik dacht dat we samen naar Kirgizie zouden, en ineens zit je in Tibet? Ik had het nog helemaal niet meegekregen....supercool. Ik zal je verhalen volgen. Leuke dingen doe je. Life needs to be lived! love, Sarah

8:33 AM  
Blogger Georg Muntingh said...

Joost, het klinkt echt ongelovelijk spannend. Vooral die vierdaagse tocht door de wildernis had ik graag mee willen maken. Maar echt, vlees met maden? Hadden jullie niet een van de paarden kunnen opeten (geintje)?

6:35 PM  

Post a Comment

<< Home